Rohingya-moslims hielpen Ottomaanse Rijk

De Rohingya-moslims in Myanmar hebben het Ottomaanse Rijk in 1913 financieel gesteund. Dat blijkt uit een document uit de Ottomaanse archieven, dat gevonden is door de Turkse onderzoeker en schrijver Arif Emre Gündüz.

De onderzoeker zocht het desbetreffende document na een opmerking van de Turkse president Erdoğan. Die gaf aan dat Rohingya-moslims tijdens de Balkanoorlogen de Ottomanen hebben gesteund.

“In het document dat ik heb gevonden heeft men het over de hulp in 1913. Er zijn veel documenten in de Ottomaanse archieven over Myanmar, die door de Ottomanen Burma werd genoemd”, reageert Gündüz, die ook vertaalt wat er in de brief staat: “Tijdens de Balkanoorlogen hadden Ottomanen hulp nodig, raakten veel kinderen wees en werden veel vrouwen een weduwe. Hierop besloten de Burma-moslims (die in het hedendaagse Myanmar wonen) geld in te zamelen om ze te helpen.”

Gündüz legt ook uit dat Burma toen een provincie was van India, destijds een Britse kolonie. “Het document heeft het over een gemeenschap: de Hilâl-i Ahmer (Rode Halve Maan). De moslims vormden toen eenheid en deden aan gezamenlijke acties. Deze gemeenschap had twee leiders, Molla Abdurrahman en Abdurrahim. Zij leverden een cheque van 220 sterling (pond) af bij het Ottomaanse consulaat in Rangoon (Yangon). De cheque was voor Ottomaanse weeskinderen en weduwen. De Ottomaanse minister van Buitenlandse Zaken, Said Halim Paşa, reageerde dat het geld was overgemaakt en ‘op de rekening van Financiën stond in Istanbul’. De minister gaf expliciet aan het geld voor de weeskinderen en weduwen te gaan gebruiken.”

Gündüz geeft ook aan dat de 220 pond van toen “veel geld” was. “Er zal vast wel meer bewijsmateriaal zijn, maar dit is op dit moment wat ik heb gevonden”, aldus Gündüz.

Erdoğan

De Turkse president Erdoğan gaf vorige week aan dat Rohingya-moslims in 1912 ook 35.000 goudstukken hebben gestuurd naar de Turken. “Zij plaatsten een advertentie in een krant die door Indiase moslims werd uitgebracht. “Zij deden in hun advertentie de oproep om de gewonde Turken door de Balkan-ramp niet alleen te laten en moslims niet over te laten aan hongersnood en de dood. Nu zitten ze in een soortgelijke situatie. Zij waren toen ook arm, maar hebben toch 35.000 goudstukken kunnen sturen. De wereld kan de Rohingya’s de rug toekeren, maar wij zullen dat niet doen. Moge dat duidelijk zijn”, aldus Erdoğan.

© Turksemedia.nl – Alle rechten voorbehouden | AA – ANKARA | Gepubliceerd: 06-09-2017