Posted by Turkse Media
Jul 11, 2022

Turkije herdenkt slachtoffers Srebrenica: ‘Gaan pogingen tot kleineren niet toestaan’

De Turkse president benadrukte heeft maandag zijn krachtige steun voor Bosnië en Herzegovina uitgesproken naar aanleiding van het zevenentwintigste herdenkingsjaar van de genocide op moslims in Srebrenica.

“We verwerpen in verdriet de pogingen die gericht zijn op het kleineren van de misdaad van genocide, het negeren van het lijden van onze Bosnische broeders en het beledigen van de nagedachtenis van onze martelaren”, sprak Recep Tayyip Erdoğan in zijn videoboodschap tijdens de herdenkingsceremonie in Potocari, in het oosten van Bosnië.

“Onze pijn is nog steeds zo vers als op de eerste dag. Met elk ontdekt massagraf, met elke martelaar die we zien, groeit ons verdriet en onze pijn.”

De Turkse leider zei dat zijn land alle nodige steun biedt voor de veiligheid, het welzijn en een betere toekomst van Bosnië en Herzegovina.

“Het verzekeren van de toekomst van Bosnië en Herzegovina als een sterk en welvarend land is onze plicht jegens de martelaren die we in Srebrenica en andere delen van Bosnië en Herzegovina hebben verloren. Het lijdt geen twijfel dat generaties jonge mensen de garantie zijn van een vreedzaam en welvarend Bosnië en Herzegovina.”

Hij voegde eraan toe dat Turkije de genocide in Srebrenica niet zal vergeten en niet zal laten vergeten.

Nieuwe identificaties

Bosnië en Herzegovina markeerde maandag de herdenking door tijdens een herdenkingsdienst afscheid te nemen van 50 nieuw geïdentificeerde slachtoffers van het bloedbad van 1995. Elk jaar op 11 juli worden nieuw geïdentificeerde slachtoffers van de genocide begraven op de herdenkingsbegraafplaats in Potocari. Na de begrafenis van dit jaar is het aantal graven op de begraafplaats gestegen tot 6.721.

De jongste van de slachtoffers die dit jaar werden begraven, was Salim Mustafic, die 16 was toen hij werd vermoord, terwijl Husejin Krdzic (59) de oudste was.

Genocide in Srebrenica

In 2007 oordeelde het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dat er genocide was gepleegd in Srebrenica. Ondanks de aanwezigheid van Nederlandse vredestroepen kwamen in juli 1995 meer dan 8.000 Bosnische moslimmannen en -jongens om het leven toen Bosnisch-Servische troepen de oostelijke stad Srebrenica aanvielen.

De Servische troepen probeerden de Bosnische moslims en Kroaten grondgebied te ontnemen om een staat te vormen.

De VN-Veiligheidsraad had Srebrenica in het voorjaar van 1993 tot “veilig gebied” uitgeroepen. Echter, troepen onder leiding van generaal Ratko Mladic, die later schuldig werd bevonden aan oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide, veroverden de VN-zone.

Nederlandse troepen slaagden er niet in op te treden toen Servische troepen het gebied bezetten en alleen al op 11 juli kwamen zo’n 2.000 mannen en jongens om het leven.

Ongeveer 15.000 inwoners van Srebrenica vluchtten naar de omliggende bergen, maar Servische troepen gingen ze achterna en doodden nog eens 6.000 mensen.

De lichamen van slachtoffers zijn gevonden op 570 plaatsen in het hele land.

Op 8 juni 2021 bekrachtigden de VN-tribunaalrechters in een proces in tweede aanleg een vonnis waarbij Mladic tot levenslang werd veroordeeld wegens genocide, vervolging, misdaden tegen de menselijkheid, uitroeiing en andere oorlogsmisdaden in Bosnië en Herzegovina.