Posted by Turkse Media
Oct 20, 2025
Turkse justitieminister confronteert de wereld met Gaza: Waar zijn de moraalridders nu?

De Turkse justitieminister Yılmaz Tunç heeft tijdens de academische openingsceremonie van het universitaire jaar 2025–2026 aan de Universiteit van Bartın een toespraak gehouden onder de titel “Ons eerste college: Gaza-Palestina”. In zijn uiteenzetting schetste Tunç de humanitaire situatie in Gaza, zette hij de inzet van Turkije uiteen en herhaalde hij politieke en juridische opmerkingen over internationaal optreden tegen Israël.
Tunç opende met een inventarisatie van Turkse hulpverlening: “Tot op heden zijn 102.000 ton humanitaire hulp en 350 hulpwagens naar Palestina gestuurd.”
De Turkse justitieminister benadrukte verder dat in Gaza een grote tragedie plaatsvindt en sprak van een voortgaand gewelds- en humanitair drama dat nu al meer dan twee jaar duurt. Hij haalde cijfers aan en benadrukte dat in twee jaar tijd 68.000 Palestijnen zijn gedood, waarvan ongeveer 80 procent vrouwen en kinderen. “Er zijn 20.000 kinderen gedood.” Daarop vroeg hij zich retorisch af waar internationale kinderrechtenorganisaties en westerse staten zijn die verdragen hebben ondertekend.
Hij stelde dat in Gaza de elementen van een genocidaire praktijk aanwezig zijn: bombardementen op scholen, ziekenhuizen, vluchtelingenkampen en markten, beperkingen op humanitaire hulp en massale gedwongen verplaatsingen. Volgens Tunç hebben deze handelingen ertoe geleid dat velen om het leven kwamen door uithongering en gebrek aan hulp.
De Turkse justitieminister herinnerde iedereen eraan dat Israël meer dan honderd internationale besluiten heeft genegeerd waaraan het zich had moeten houden en stelde dat het land geen enkel akkoord trouw is nagekomen.
Juridische stappen
Tunç verwees naar de Internationale Gerechtshof (ICJ)-procedure, waar Zuid-Afrika een zaak had aangespannen en waarbij Turkije als land om tussenkomst (interventio) had gevraagd. Hij stelde dat het ICJ bij de start van die procedure signalen heeft afgegeven die duiden op het onderkennen van genocidaire elementen en dat het hof voorlopige maatregelen heeft getroffen.
Tegelijk beklaagde Tunç zich over het gebrek aan uitvoering van dergelijke maatregelen en over vetorechten in de VN-Veiligheidsraad die humanitaire resoluties zouden hebben geblokkeerd, met name door de Verenigde Staten (VS). “De arrestatieverzoeken van het Internationaal Strafhof zijn zonder gevolg gebleven. De uitspraken van internationale rechtbanken als de besluiten van internationale organisaties tot dusver helaas slechts op papier zijn gebleven.”
De Turkse minister bekritiseerde wat hij noemde de ontoereikendheid van het huidige internationale systeem en riep, in navolging van uitspraken van president Erdoğan, op tot hervorming van internationale instellingen: “Het systeem moet worden herzien. Het kan de problemen van de mensheid niet oplossen zoals het nu is opgebouwd”, onderstreepte hij.
Politieke koers
Tunç herhaalde dat Turkije onder leiding van president Erdoğan consistent de kant van gerechtigheid en mensenrechten zal blijven kiezen en dat men de Palestijnse zaak zal blijven steunen totdat een onafhankelijke, soevereine Palestijnse staat binnen de internationaal aangehaalde kaders, met Oost-Jeruzalem als hoofdstad en de grenzen van 1967 als uitgangspunt, is gerealiseerd.
Hij sloot af met een nadruk op blijvende diplomatieke, juridische en maatschappelijke inspanningen: universiteiten, maatschappelijke organisaties en de staat zullen naar zijn zeggen gezamenlijk blijven werken aan de verdediging van de Palestijnse zaak totdat die doelstelling is bereikt.
© Turksemedia.nl – Alle rechten voorbehouden | AA | Gepubliceerd: 20-10-2025