Vaticaan op het matje geroepen in Ankara

Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Vaticaanse ambassadeur in Turkije, Antonio Lucibello, op het matje geroepen in Ankara.

Dat melden diplomatieke bronnen.

Aanleiding hiervan zijn de uitspraken van paus Franciscus over de Armeense incidenten in 1915 die hij als “genocide” heeft bestempeld.

Lucibello moest afgelopen zondag een afgevaardigde secretaris ontmoeten nadat de paus eerder op de dag het volgende zei op de St. Peter Basiliek:

“De afgelopen eeuw heeft onze mensheid drie massief ongekende tragedies meegemaakt. De eerste, die algemeen wordt beschouwd als de eerste genocide van de twintigste eeuw, sloeg ons eigen Armeense volk, de eerste christelijke natie, maar ook katholieke en orthodoxe Syriërs, Assyriërs, Chaldeeërs en Grieken. Meer recentelijk zijn er andere massamoorden, zoals die in Cambodja, Rwanda, Burundi en Bosnië.”

Turkije is niet blij met deze uitspraken: “De uitspraken zijn ver van de historische waarheid en eenzijdig. Het is onbegrijpelijk dat de paus het alleen over de christelijke Armenen heeft en selectief bezig is. De paus heeft het niet over de slachtoffers van andere geloofsovertuigingen.”

“Over de grootste schande in de menselijkheid, de holocaust, koos de paus de korte weg door alleen te zeggen dat het de nazi’s waren. Er werd alleen nadruk gelegd op de Armeense kwestie. In dezelfde periode hebben ook veel mensen in Anatolië hun leven verloren. Deze woorden zijn een geestelijk leider niet waardig”, aldus Turkije.

‘Grote tragedie’

De gebeurtenissen in 1915 vonden plaats tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen een deel van de Armeense bevolking in het Ottomaanse Rijk de kant van de binnenvallende Russen koos en in opstand kwam.

Het Ottomaanse Rijk verplaatste de in opstand gekomen Armeniërs in Oost-Anatolië. Tijdens de verhuizing zijn er Armeense slachtoffers gevallen.

Armenië heeft hiervoor verontschuldiging en compensatie geëist. Turkije heeft de Armeense beweringen over de incidenten officieel weerlegd door te zeggen dat naast Armeniërs ook veel Turken hun leven hebben verloren door aanvallen gepleegd door Armeense bendes in Anatolië tijdens deze verhuizing.

De Turkse regering heeft herhaaldelijk historici opgeroepen om Ottomaanse archieven met betrekking tot dit tijdperk te bestuderen om zo te ontdekken wat er werkelijk op dat moment is gebeurd tussen de Ottomaanse regering en haar Armeense burgers.

Het debat over “genocide” en het meningsverschil tussen de huidige Turkse regering en de Armeense Diaspora, samen met de huidige regering in Jerevan, genereert nog steeds politieke spanningen tussen de Turken en de Armeniërs.

Het officiële standpunt van Turkije tegen de beschuldigingen die als “genocide” wordt bestempeld is, dat het de gebeurtenissen in het verleden als een grote tragedie erkent en dat beide partijen aan zware verliezen hebben geleden. Aan de kant van Turkije stierven honderden Islamitische Turken.

Turkije stemt ermee in dat er Armeense slachtoffers tijdens de Eerste Wereldoorlog waren, maar dat het onmogelijk is om al deze incidenten te definiëren als “genocide” gezien de vele aanvallen van de Armeense bendes op de Turkse bevolking.

© Turksemedia.nl | AA – ANKARA